Voor veel werknemers uit de productiesector is werken in shifts dagelijkse kost: op maandagochtend begint het werk bijvoorbeeld om 04.00 en op dinsdag pas om 12.00. Dit werken in ploegen is niet meer weg te denken uit een sector waar de productie 24/7 doordraait. Maar waar komt het werken in shifts vandaan? En nog belangrijker: hoe ziet het werken in shifts er in de toekomst uit? Hoe maken we het werken in shifts aantrekkelijk en zorgen we ervoor dat er altijd voldoende personeel is, ook met de groeiende krapte op de arbeidsmarkt?

Het verleden

Het werken in shifts bestaat al eeuwenlang. In de prehistorie hielden jagers en verzamelaars al om de beurt de wacht om het vee te beschermen of om te jagen en de Grieken en Romeinen werkten bijvoorbeeld in ploegen om hun stad te beschermen. Maar het werken in shifts nam pas echt een vogelvlucht tijdens de Industriële Revolutie. De grote fabrieken zagen de economische voordelen van 24-uurs productie. Immers, door dag en nacht mensen te laten werken, kon er veel meer geproduceerd worden. De 24/7 samenleving was geboren. En hiermee werd het werken in shifts onlosmakelijk verbonden met de productiesector.

De ontwikkeling

In de loop van de tijd is het werken in shifts wel veranderd. Waar men in de negentiende eeuw nog veelvuldig gebruik maakte van shifts van twaalf tot zestien uur, stapten we in het begin van de twintigste eeuw over naar achturige diensten. In de jaren zestig werd het werken in twaalfuurs diensten weer populairder, zodat er minder rotatie tussen de ploegen was. Tegenwoordig zijn er verschillende type roosters waarmee werkgevers werken. Doorgaans is dit een afwisseling tussen lange en korte diensten en dag en nacht. Ook is er vandaag de dag strenge regelgeving over de lengte van diensten en hoeveel diensten werknemers maximaal achter elkaar mogen draaien.

De toekomst

Het werken in shifts blijkt dus al eeuwenlang een succesformule te zijn voor de productiesector. Maar de wereld verandert razendsnel. Het werken in shifts zal dan ook moeten meebewegen. Er zal steeds vaker een beroep worden gedaan op de flexibiliteit van de werknemer, om aan de oplopende productievraag te voldoen. Maar ook zeker om het stijgende personeelstekort tegen te gaan. Hier ligt ook een opdracht voor de werkgever. Deze zal zich flexibeler moeten opstellen om zo nieuwe werknemers aan te kunnen trekken. De vraag die dan rest: hoe maak je het werken in shifts aantrekkelijk? Voor nu, maar ook zeker voor in de toekomst. 

Een goede manier om het werken in shifts aantrekkelijk te maken is zelfroosteren. Hierin geeft de werkgever de werknemer een bepaalde mate van regie over zijn rooster. De werknemer draagt dan ook (deels) verantwoordelijkheid voor de planning. Dit helpt de werknemer om een goede werk-privébalans te krijgen of te behouden. Een dag voor de kinderen zorgen? Geen probleem, je plant jezelf die dag niet in. Een ochtend vrijwilligerswerk doen? Geen paniek, de mogelijkheid om de middagshift te werken staat nog open.

Wat ook aantrekkelijk is aan werken in shifts is de financiële toeslag die werknemers bovenop hun salaris krijgen wanneer ze op onregelmatige tijden werken. Dit kan vooral oplopen bij werknemers die in de nacht, tijdens feestdagen en in weekenden werken. Dit kan dus erg aantrekkelijk zijn voor werknemers die niet meer uren willen werken, maar wel wat extra’s willen verdienen en is dus goed om in de communicatie mee te nemen.

Oud in een nieuw jasje

Het werken in ploegen heeft zich door de geschiedenis heen keer op keer bewezen, maar is al aan veel verandering onderhevig geweest. Ook nu concluderen we weer dat een nieuwe aanpak hard nodig is om het werken in shifts werkbaar te houden. Daarbij draait het om flexibiliteit en meer regie voor werknemers. Fijn voor hen zodat zij goed op hun werk-privébalans kunnen letten en wat extra inkomsten genereren voor die vakantie of nieuwe keuken. Maar natuurlijk ook prettig voor werkgevers. Zij weten dan immers zeker dat de productie 24/7 door kan gaan.

Written by: Irene Smaal
Field Marketeer Netherlands